Knuf is aan het stapelen

Voorzichtig stapelt Knuf zijn blokken één voor één op elkaar, maar het gaat niet zoals hij dat wil en de blokken vallen op de houten vloer.

Brummel kijkt op en moppert. ‘Pot voor drie dubbeltjes,’ en kijkt Knuf een beetje boos aan. Net nu het verhaal, dat hij aan het lezen is spannend wordt, wordt hij gestoord door het lawaai.

Maar eigenlijk wil Knuf alleen maar laten zien hoe goed hij met zijn nieuwe blokken kan stapelen. IJverig begint hij weer opnieuw zijn blokken één voor één op te stapelen.

Brummel legt zijn boek neer en gaat op zijn buik op de grond liggen. Zijn berenpootjes ondersteunen zijn hoofd. Hij ziet dat Knuf voorzichtig zijn toren opbouwt en hem stralend aankijkt.

‘Al klaar,’ roept Knuf tevreden. ‘Mooi hé, Brum. Wat ben ik goed hé,’ en hij kijkt vol trots Brummel aan.

Brummel gniffelt en denkt na. Wat is hij van plan?

‘Zeg nou eens wat. Is hij niet mooi?’ vraagt Knuf.

Nog steeds zegt Brummel niets, maar dan opeens tilt hij zijn poot op en duwt de toren omver. Met een hoop kabaal vliegen de blokken over de grond.‘Wat doe je nou. Waarom doe je dat?’ roept Knuf boos en schudt afkeurend met zijn hoofd. ‘Wat ben jij een pestkop zeg.’

Als Brummel ziet hoe verdrietig Knuf om zijn grap is, heeft hij er onmiddellijk spijt van. 

Hij slaat van schaamte zijn pootjes voor zijn ogen en er rolt een traan over zijn wang. ‘Het spijt me Knuf. Je hebt gelijk, dat had ik niet mogen doen. Kan je het me vergeven?’

Knuf ziet nu ook wel dat Brummel het niet zo kwaad bedoelde. ‘Niet huilen Brum. Het geeft niet hoor. Ik vind je heus wel lief,’ en troostend aait hij Brummel over zijn wang. ‘Ik bouw gewoon een nieuwe toren.’

‘Wat is Knuffie toch lief, een echte vriend’ denkt Brummel.

 

Einde