Brummel gaat op reis en neemt mee....

Brummel heeft zijn reiskoffertje uit de kast gehaald. Oh, wat is hij trots en zuinig op zijn koffertje. Er is niemand op de hele aardbol die zo’n koffer bezit.  Voorzichtig zet hij het koffertje op de grond en opent hem.

‘Nu nog even mijn spulletjes verzamelen, voordat Knuf in de gaten heeft dat ik aan het pakken ben.’ fluistert Brummel.

Brummel heeft geen idee wat Knuf aan het doen is. Hij hoort hem wel ergens rommelen, maar wat hij uitspookt is hem een raadsel. ‘Ik hoop dat hij nog even bezig is, zodat ik in alle rust mijn koffer kan inruimen. Voordat je het weet komt hij met van alles en nog wat aanslepen om mee te nemen. Nee eerst maar zorgen dat mijn spulletjes er inkomen,’ denkt hij hardop.

Hij pakt zijn broek en een shirt uit de kast en pakt deze zorgvuldig in. Plotseling hoort hij iets naar hem toe rollen. ‘Oh nee hè, daar heb je hem al.’

Een bal rolt zijn kant op en Knuf komt erachteraan. Hij gooit de bal in de koffer en Brummel denkt Oké, die bal past er nog wel bij, als dat het enige is wat hij wil meenemen, vind ik dat goed. Maar Knuf is nog niet klaar, nee ook zijn rode autootje rijdt hij naar de koffer toe. Ook deze moet mee, al begrijpt Brummel echt niet waarom. Samen pakken ze de koffer verder in. Wat Brummel zeker niet moet vergeten is zijn handdoek, tandenborstel en zonnebril. Zo dat was het en samen slaan ze de koffer dicht. 

‘Zo Knuf, dat hebben we maar weer mooi voor elkaar. Dat noemen ze nou samenwerking, ja toch,’ zegt Brummel.

‘Zeker weten Brum. Daar zijn we immers vrienden voor,’ antwoordt Knuf.

Brummel kijkt hem tevreden aan, maar ziet dan dat Knuf heftig met zijn hoofd staat te schudden. Wat wil hij nu weer, denkt Brummel.

‘Uh.., maar Brum. Ik wil ook mijn andere spulletjes in de koffer stoppen,’ zegt Knuf.

Brummel stribbelt nog wat tegen, maar Knuf rent al weg. Hij hoort Knuf zuchten en steunen en ziet dat hij zijn bed voor zich uit schuift. Dat past toch nooit in mijn koffer denkt Brummel. Ik ga echt mijn spulletjes er niet uithalen, omdat hij zo nodig zijn bed wil meenemen. Mijn zonnebril heb ik echt nodig en mijn handdoek ook. Ik moet mij toch kunnen afdrogen, nadat ik in de zee heb gezwommen. Maar Knuf zegt eigenwijs als hij is: ‘Open die koffer mijn bed gaat mee.’

Samen proberen ze of het bed van Knuf in de koffer past en weet je, het lukt ze nog ook. Alles past erin.

Trots zet Brummel de koffer naast zich neer. Dat hebben ze toch maar mooi voor elkaar. Knuf kijkt verbaast naar de koffer en vraagt: ‘Ben jij dat, die op de koffer staat?’

‘Zeker weten, daarom ben ik er ook heel zuinig op.’

 

Knuf begrijpt dat best en eigenlijk is hij best wel een klein beetje jaloers op dat mooie koffertje. En Brummel, die besluit om Knuf maar niet te vertellen wat er nog meer op zijn koffer staat.

Nee daar komt Knuf zelf wel achter, als hij maar goed genoeg zoekt.

Wat denk je zal Knuf het al gezien hebben?

 

Einde